IFIEC Europe vertegenwoordigt twaalf nationale Europese brancheorganisaties die – sectoroverstijgend – industrietakken omvatten waarvoor energie een belangrijk onderdeel is van de productiekosten. De leden van IFIEC zijn actief in uiteenlopende sectoren, zoals chemie, staal, papier, glas, keramiek, voedingsmiddelen, raffinage en kunststoffen. Hans Grünfeld was al eerder voorzitter van de belangenorganisatie: van 2007 tot 2011.

“Het doel van IFIEC is om op Europese schaal een betrouwbare, betaalbare en duurzame energievoorziening voor de energie-intensieve industrie te waarborgen”, aldus Grünfeld. “Veel van de energievraagstukken waarmee de Nederlandse industrie worstelt, spelen ook in andere landen. Maar er zijn ook verschillen: bijvoorbeeld in de samenstelling van de industrie en in beleid. Andere landen gaan vaak verder in het ondersteunen van de industrie dan hier in Nederland. IFIEC is een goede plek om kennis, ervaring en best practises met elkaar te delen.”

Binnen IFIEC zijn werkgroepen samengesteld, die zich elk bezighouden met een specifiek thema: gassen, elektriciteit, klimaat & efficiency en energietransitie. VEMW is in de verschillende werkgroepen vertegenwoordigd. Paul Villalobos is secretaris van de werkgroep Gassen, Matthieu van den Beld maakt deel uit van de werkgroep Elektriciteit en Yvonne Servin Balderas en Jacques van de Worp zitten in de werkgroepen klimaat & efficiency. Grünfeld: “De werkgroep energietransitie is een coördinerend samenwerkingsverband met Europese industrieverenigingen voor bijvoorbeeld staal en chemie. Onderwerpen die daar op de agenda staan, zijn onder meer de implementatie van de Europese CO₂-grensheffing, energiebelastingen en handelspolitiek.”

Er staat veel op de Europese energieagenda en Grünfeld heeft een lange lijst speerpunten. Bovenaan staan de Clean Industrial Deal en het Action Plan for Affordable Energy. “Daarnaast vragen een effectievere inrichting van de elektriciteitsmarkt en de gasmarkt en het decarbonised gas market package om aandacht. Maar ook CCS, het CO₂-emissie handelssysteem en de Europese netwerkcodes zijn belangrijke dossiers.” Om deze urgente thema’s goed op de kaart te zetten, is een professionele organisatie nodig. Daarom wil Grünfeld de komende tijd IFIEC verder versterken en zorgen dat de daarvoor benodigde financiële middelen beschikbaar komen.

Voor de Nederlandse industrie is Europese samenwerking op energiegebied essentieel. Energieprijzen, klimaatbeleid en leveringszekerheid worden in belangrijke mate op Europees niveau bepaald. Door samen op te trekken met andere landen binnen IFIEC, kan de Nederlandse industrie invloed uitoefenen op beleid dat direct raakt aan haar concurrentiepositie en verduurzamingsopgaven. “Zo hebben we in mijn eerdere periode bij IFIEC ervoor kunnen zorgen dat bedrijven eigen netwerken, gesloten distributiesystemen, kunnen blijven hebben. Ook hebben we een doorslaggevende bijdrage kunnen leveren aan de verbetering van de allocatie van CO₂-rechten binnen het ETS-systeem.” Grünfeld vervolgt: “Het Europese verhaal is ontzettend belangrijk en via een samenwerkingsverband als IFIEC krijgen we beter toegang tot de Europese Commissie. Er wordt in Den Haag al snel gezegd dat bepaalde maatregelen niet kunnen omdat ‘het niet mag van Brussel’. Dan is het heel prettig om zelf in Brussel aan tafel te zitten.”